De OL Vrouwekerk van Handel

Een levendig bedevaartsoord

Gebouwd op een wonder

De kapel van Handel werd al in de Middeleeuwen gesticht, rond 1220 toen een wonder in de heide bij de boerderij Hanel plaatsvond. Er werd een houten Mariabeeldje gevonden in een meidoorn. Het beeldje is uit hout gesneden, ongeveer 35 cm groot en het stelt de Moeder Gods voor in staande houding met het kindje Jezus op de linkerarm. Niemand wist waar het vandaan kwam, het was toen ongeveer twintig jaar oud. Al snel werd het beeldje vereerd en er werd een kapel opgericht. Toen men bij de bouw gebrek had aan water, de heide waar de kapel gebouwd werd was zanderig en droog, deed Maria een put ontstaan. Velen die van dit water dronken vonden het heilzaam. Deze put is nu nog terug te vinden in het Processiepark Handel achter de kapel. De Duitse Orde, een machtige Ridderorde die de eigenaar was van de vrije heerlijkheid Gemert (en later ook het Gemertse Kasteel heeft gebouwd) en ook van het leengoed Hanel, was ook zeer toegewijd aan Maria en heeft de kapel en ook de daaropvolgende kapel die in de vijftiende eeuw werd gebouwd vergroot en verfraaid. Het Mariabeeldje is nu nog, verguld, te bezichtigen.

Wonderen en bedevaart

De huidige kerk (in 1946 is Handel een parochie geworden en is de kapel dus een kerk geworden) is een eenvoudig gebouw, net zoals de eerste kapel dat was. Er valt weinig te zeggen over de vroegste tijd van de verering hier omdat de geschriften en documenten hiervan bij een brand in 1709 verloren gingen. Er zijn drie erkende wonderen rond de kerk voorgevallen, alledrie wonderbaarlijke genezingen in de 17e eeuw. Door de eeuwen heen is dan ook altijd verhaald van vele duizenden pelgrims die de kapel en bijbehorend park bezochten, vaak ook onderweg naar het grotere bedevaartsoord Kevelaer Handel aandoend. Die kwamen ook uit de protestantse Republiek. Er was namelijk een grote schooldichtheid en een grote kloosterdichtheid in de aaneensluitende vrije delen van bezet Brabant waar alle Katholieken van omringende gebieden hun kinderen heen bracht. Ook de kapel van Handel kon niet geheel en al aan de beeldenstorm ontkomen, ondanks de bescherming van de Duitse Orde (die inhield dat omdat Gemert en ook Handel geen Nederlands grondgebied was, maar behoorde tot de uitgestrekte landerijen van de Duitse orde zij ook niet aan Nederlandse wetten onderhevig moesten zijn. De Duitse Orde had in haar hoogtijdagen drie landen in bezit en kon dus concessies afdwingen). Tot 1811 (de ontbinding van de Duitse Orde door Napoleon) was de functie van rector van de kapel vrijwel altijd door een lid van de Duitse Orde bezet. 

Bouwontwikkeling

Al vanaf de 13e eeuw is Handel een plaats waar bedevaartgangers van binnen en buiten de regio naar toe komen om Maria te vereren en de bron in het Processiepark te bezoeken.

Zoals meer gebeurd zijn delen van de kapel in de loop van de tijd vervangen, in 1743 is het schip (het middendeel van de kerk met de kerkbanken) vervangen, in 1853 kwam er een leien dak op, in 1902 werden nog zijbeuken en een aanbouwsel aan de toren toegevoegd. De kapel is in de loop van de tijd vergroot en verfraaid, zoals in 1898 met nieuwe schilderingen. Het is altijd als een belangrijke bedevaartplaats beschouwd.