De O.L. Vrouw van Reusel

Een eeuwenoud Maria bedevaartsoord

Middeleeuwse oorsprong

Al in de twaalfde eeuw stond er in Reusel een kerk, toegewijd aan Maria. Maar de eerste vermelding van een Mariabedevaart naar Reusel komt uit 1632. De onderzoeker Augustinus Wichmans verneemt dan van oude inwoners van het dorp dat er sinds mensenheugenis een bijzondere verering voor Maria is, omdat er op haar voorspraak wonderen zouden zijn gebeurd.

De bejaarde Reuselnaren verhaalden dat op de feestdag van Maria Tenhemelopneming, 15 augustus, de wegen naar het dorp verstopt waren door pelgrims. Dat waren vaak dankbare gelovigen die bijvoorbeeld genezen waren van hun kreupelheid of onverwachts uit de gevangenis waren vrijgelaten. Krukken en boeien die bij het altaar in de kerk werden achtergelaten, getuigden hiervan.

Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog werd Reusel geheel verwoest en kwam er een einde aan de pelgrimages. De dorpelingen hadden overigens een andere verklaring: het oude Mariabeeld dat zo veel wonderen had verricht, werd vervangen door een nieuw. Dat zag er weliswaar veel representatiever uit, maar de wonderen waren verleden tijd.In de twintigste eeuw leefde de Mariaverering weer op. Vanaf 1948 was er elk jaar een stille omgang ter ere van O.L.Vrouw van Reusel.

O.L. Vr. Tenhemelopneming

Vanouds waren de kerken in Reusel toegewijd aan Maria. In de Middeleeuwen werd hier een wonderbaarlijk Mariabeeldje vereerd. Aan deze praktijk kwam omstreeks het jaar 1600 een einde. Het beeldje, vermoedelijk een Sedes Sapientiae, is ten prooi geraakt aan verval. Het huidige beeld, eveneens een Sedes Sapientiae, is gemaakt door Albert Meertens en in de kerk geplaatst in 1946.

De tufstenen Romaanse kerk werd geleidelijk aan uitgebreid met bakstenen delen en is later vervangen door een gotische kerk die tot 1897 bleef bestaan. De kerken waren gesitueerd bij de huidige bushalteplaats.

De gotische kerk was een kwartkerk die uit vier traveen bestond. Zij bestond reeds in de 14e eeuw. In 1530 zijn er vermoedelijk twee hoge kruisarmen bijgebouwd. Een der twee altaren was gewijd aan Maria. Bestuurlijk viel Reusel grotendeels onder de Abdij van Postel.

In 1580 werd het dorp door oorlogsgeweld in het kader van de Tachtigjarige Oorlog verwoest en is een tijdlang verlaten geweest. Na 1648 werd de kerk genaast door de Hervormden. De katholieken kerkten aanvankelijk te Arendonk maar mochten in 1672 een schuurkerk bouwen te Lensheuvel. Deze stortte in 1747 in, werd herbouwd maar brandde af in 1795. Toen ook kregen de Katholieken hun oude kerk weer terug. Deze werd nog hersteld in 1823 maar ze werd gesloopt in 1897, nadat in 1895 de neogotische kerk was gereedgekomen aan de noordelijke kant van de huidige Wilhelminalaan. Reeds eerder waren een zustersklooster (1879) en een fratersklooster (1884) opgericht. Beide kloosters zijn opgeheven, dat van de Zusters van Veghel in 1992.

 

Kerkontwikkeling

Het dorp Reusel is als woonkern vermoedelijk ontstaan in de 7e eeuw, en bestond toen uit verspreide bebouwing. De belangrijkste kernen waren Reuseldorp en Lensheuvel. De buurtschap Lensheuvel maakt tegenwoordig onderdeel uit van het dorp. De vroegste bewoningssporen zijn uit de 6e eeuw, maar van een nederzetting was toen nog geen sprake.

Opgravingen, die begonnen zijn in 1997, hebben duidelijk gemaakt dat er een Romaanse kerk in Reusel heeft bestaan. Deze is waarschijnlijk voorafgegaan door een houten kerkje, waar de ligging van de oudst gevonden graven op wijst. De Romaanse kerk wordt vermeld in een document uit de 12e eeuw. 

De tufstenen Romaanse kerk werd geleidelijk aan uitgebreid met bakstenen delen en is later vervangen door een gotische kerk die tot 1897 bleef bestaan. De kerken waren gesitueerd bij de huidige bushalteplaats.