De Toren van Nederwetten
Het religieuze landschap en klooster Hooidonk
Middeleeuwse Kerken in Peelland
Alleenstaande torens zijn een bijzonder verschijnsel in het Brabantse landschap. De torens markeren de plaats waar de dorpen vanaf de 8ste eeuw werden gesticht en waar de oudste kerken werden gebouwd. In de 13de eeuw verschuift de bewoning en blijven de kerken eenzaam achter. Tijdens de Gouden Eeuw van Brabant worden in de 14e en 15e eeuw de kerken vernieuwd. Vanaf midden 17de eeuw komen ze in beheer bij de gereformeerden en raken in verval. De kerken verdwijnen, maar soms blijft de losstaande toren over.
Het religieuze landschap
De toren van Nederwetten is in de 15e eeuw gebouwd als onderdeel van de Lambertuskerk. Opvallend is dat in deze omgeving langs de Dommel meerdere religieuze gebouwen verschenen in de middeleeuwen. Ten noorden lag de
priorij van Hooidonk en ten zuiden het klooster Soeterbeek. Zowel de priorij als het klooster zijn verdwenen.
Van de priorij Hooidonk is nog wel de watermolen overgebleven.
Het middeleeuwse wereldbeeld
Onder invloed van het Christendom ontstond tijdens de middeleeuwen een nieuw beeld van het landschap om de mensen heen. Het gekerstende landschap werd verdeeld in een door de mens bewoond en gecultiveerd ‘binnen’-gedeelte met daar omheen een ‘buiten’-wereld van woeste heidegronden en moerassen. Tot de binnencirkel behoorden de kerk, de dorpskern en de akkers, het goede en goddelijke. De moerassen en wateren in de buitencirkel werden geassocieerd met de duivel. Bijna elk dorp kende wel een ‘klokkenkuil’, een ven of moeras waarin de duivel christelijke kerkklokken had gedumpt. Kleine vuurgeesten of ‘dwaallichten’ bewoonden de moerassen als zielen van ongedoopte kinderen. De heidevelden waren het domein van ‘gloeiigen’, vuurgeesten die gestorven zondaren waren die naar rust zochten. De heksen ontmoetten elkaar op de heide, waar ook de vaak met heksen geassocieerde hazen woonden. De zandheuvels op de heide werden bewoond door Kabouters en soms door de duivel.